top of page
IMG_6388.JPG
image001.jpg
image006.jpg
image005.jpg
image003.jpg

De Linhoff
Oude Kijk in't Jat 61
9712 ED Groningen
www.linhoff.nl
info@linhoff.nl

Maria Elisabeth Linhoff Stichting

Veel bij het LHB aangesloten hofjes reiken eeuwen terug in de geschiedenis. Maar dat is niet altijd zo. Particuliere stichtingen die woonruimte verschaffen aan minder vermogende ouderen zijn ook nog in een dichterbij verleden gesticht. Dat is het geval met de nieuwste deelnemer aan het LHB, de Maria Elisabeth Linhoff Stichting in Groningen, dat pas in 1958 de deuren opende.

Bijna tachtig jaar geleden, op 12 maart 1944, overleed Joseph Johannes August Linhoff, parapluhandelaar aan de Grote Markt te Groningen (1866-1944). Hij was in de stad geboren als zoon van een Duitse immigrant die werkzaam was als koopman en paraplumaker. Linhoff volgde zijn vader op en had aan de Grote Markt een winkel waar hij paraplu’s, parasols en wandelstokken verkocht. Als gevolg van zijn overlijden kwam de Maria Elisabeth Linhoff Stichting tot leven. De Stichting dankt haar naam aan de jongere zus van Linhoff, Maria Elisabeth (1868-1907), die voor hem als huishoudster had gewerkt en op jonge leeftijd was overleden aan een longontsteking.

Linhoff bleef zijn leven lang ongehuwd. Hij nam een huishoudster in dienst, en toen zij te oud was geworden om te werken mocht zij bij hem blijven wonen, waarna hij ook onderdak verschafte aan een vriendin van zijn huishoudster. Toen hij in 1944 zijn einde voelde naderen maakte hij een testament waarin hij ter nagedachtenis van zijn zuster een stichting oprichtte, enig erfgenaam van zijn aanzienlijke  vermogen. Het doel van de stichting was onderdak te verschaffen aan ‘gehuwde of ongehuwde mannen en vrouwen van zedelijk en godsdienstig gedrag die om welke oorzaak ook niet of moeilijk in hun onderdak konden voorzien’. Ze moesten tenminste 55 jaar oud zijn. Personen van iedere godsdienst kwamen in aanmerking, bij voorkeur personen die in Groningen waren geboren of er al lange tijd woonachtig waren. Hoewel dat niet in het testament staat was het vermogen vooral bedoeld voor de huisvesting van oud-huishoudsters. De stichting kreeg drie bestuurders, waarvan er één altijd katholiek moest zijn.

Linhoff had de stichting willen onderbrengen in zijn winkel en panden die hij elders bezat, maar in 1945 werd bij de bevrijding van Groningen dat deel van de Grote Markt verwoest. In plaats daarvan kocht het stichtingsbestuur in 1952 grond aan in de Oude Kijk in ‘t Jatstraat, in het centrum van Groningen, waar een nieuw pand werd gebouwd met twintig woningen. In het voorjaar van 1958 betrokken twintig dames hun huisje, met een eigen ingang, achterbalkon, lichtmeter, gasmeter enzovoort. De burgemeester verrichtte de officiële opening in 1958 waarbij de oudste bewoonster een paraplu werd aangeboden. Een eenvoudige gevelsteen vermeldt de naam van de stichting met enkele bloemen. In de muur van de bestuurskamer is een tekst gebeiteld:

 

Uit eenzaamheid en rouw

Door Linhoff’s zorg ontheven

Vinde hier menig vrouw

Een nieuw en rustig leven.

 

Naast ‘De Linhoff’ nam het bestuur ook de verantwoordelijkheid voor andere ontwikkelingen. In 1965 nam het de voogdij van het Gerarda Gockinga Gasthuis over omdat daar de financiële middelen niet langer toereikend waren. Dit gasthuis was opgericht door jonkheer Wolter Gockinga (1812-1883), die bekend staat als kunstenaar, ter nagedachtenis van zijn vrouw Gerarda Wolthers (1818-1867). Het werd gevestigd in de Grote Rozenstraat en bood woonruimte aan vrouwen die tenminste tien jaar lang hadden gewerkt als dienstbode en boven de zestig waren of wegens lichaamsgebreken niet meer konden werken. Het gasthuis werd twee keer uitgebreid maar in de loop der tijden raakten de gelden op en stond het gasthuis veel leeg, zodat het in 1965 werd overgedragen aan de Linhoff. Het pand in de Grote Rozenstraat werd uiteindelijk verkocht maar bleef bewaard: nu wonen er particulieren.

In 1973 deed de Linhoff, samen met de stichting Gerarda Huis, mee aan de oprichting van de Stichting Verenigde Groninger Gasthuizen die 108 appartementen bouwde aan de Gorechtkade. In het begin van de jaren 2000 was het hofje ruim vijftig jaar oud en vertoonde het typisch de kenmerken van de bouw uit de jaren vijftig. Het was voor iedereen duidelijk dat de woningen niet meer voldeden aan de hedendaagse eisen: de huisjes waren eenvoudigweg te klein. In de jaren 2008-2012 hebben daarom renovatiewerkzaamheden van de oudbouw plaatsgevonden (zo werden twee woningen samengevoegd tot één grotere woning), werden aanliggende percelen aangekocht en zijn daarop dertien nieuwe appartementen gebouwd. In totaal zijn er nu 31 in uitstekende staat verkerende wooneenheden waar de bewoners, inmiddels zowel mannen als vrouwen, mede dankzij een door iedereen zeer gewaardeerde conciërge, met veel plezier wonen. In de tuin van het hofje heerst een heerlijke rust, midden in de stad.

bottom of page