top of page

De Hofjesreeks

Al jaren wilde het bestuur van het LHB inzicht krijgen hoe en waarom het verschijnsel dat wij kennen onder de naam ‘hofje’, ontstaan is. Omdat de kosten voor gedegen onderzoek naar zo’n onderwerp te hoog bleken te zijn en de mate van belangstelling voor een dergelijke studie te beperkt om een uitgave rendabel te laten zijn, is gekozen voor een andere optie. Er is een serie van zes boekjes uitgegeven waarin vanuit verschillende invalshoeken het verschijnsel hofje behandeld wordt.

Prijs per boekje €19,50 (voor deelnemers aan het LHB €15,00).  De boekjes zijn verkrijgbaar via het secretariaat van het LHB.

coverHofjesoverdegrens.jpg

HOFJES OVER DE GRENS Een Europese erfenis
Henk Looijesteijn

Het hofje is een typisch Nederlands verschijnsel. Vaak wordt gedacht dat er dus alleen in Nederland hofjes zijn. Maar dat is niet zo: hofjes komen al eeuwen ook voor in andere delen van Europa, in België, Groot-Brittannië en Ierland, in Scandinavië en Duitsland. Daar blijft het niet bij: er waren bijvoorbeeld ook hofjes in Parijs en in de Verenigde Staten. Net als in Nederland waren hofjes dikwijls het werk van de machtigen en rijken: onder hen waren onder andere de Britse koningin Victoria, de Vlaamse wereldreiziger Vincent Stochove, kooplieden als de Noor Thomas Angell en de Duitser Jakob Fugger, en een tweetal Oranjeprinsessen in den vreemde. Net als in Nederland dienden de buitenlandse hofjes als sociale woonvoorziening voor ouderen. In dit boek wordt een rondgang gemaakt langs de naaste buren van Nederland en de hofjes die daar zijn te vinden. Hofjes zijn niet alleen Nederlands erfgoed, maar zijn een verschijnsel dat grenzen overschrijdt – en zelfs oceanen.

Henk Looijesteijn (1973) is gespecialiseerd in de geschiedenis van Nederland in de Gouden Eeuw en doet onderzoek naar de geschiedenis van de filantropie in Nederland. Hij studeerde geschiedenis in Amsterdam en behaalde zijn doctoraat aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Looijesteijn is verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam en schrijver van Hofjes als paleizen. Stichters, bouwers en bewoners in de 17de en 18de eeuw (Den Haag 2014) en Bevorderaars van het goede. Een kleine bestuursgeschiedenis van het Nederlandse hofje (Den Haag 2016).

Gebonden, 144 pagina's, rijkeljk geïllustreerd  ISBN: 978 90 70095 24 6


 

Cover.jpg

TUSSEN 'GOIDSCAMEREN’ EN HOFJES De ontwikkeling van charitas en ouderenzorg in Nederland tot ca. 1600

Dick E.H. de Boer

Het Nederlandse hofje is een laatmiddeleeuwse vinding. Vanaf de 14de eeuw werden in veel steden zogenaamde godskameren gesticht, kleine woningen waar armen ‘om Gods wil’ kosteloos mochten wonen. In de loop der tijden ontwikkelde deze vorm van liefdadigheid zich tot het zo bekende hofje. In dit deel van de Hofjesreeks wordt de opkomst van het hofje behandeld, geplaatst in de context van de middeleeuwse armenzorg. Hoe zagen hofjes er in die tijd uit? Waarom speelde de bedevaart naar Jeruzalem zo’n belangrijke rol bij het stichten van hofjes? Wie waren de middeleeuwse hofjesstichters? Wat waren eigenlijk de achterliggende redenen om een hofje te stichten? En wie mochten er in deze middeleeuwse hofjes wonen, en wat moesten ze ervoor doen? Al deze vragen komen aan de orde in dit deel van de Hofjesreeks, dat voorafgaat aan de delen Hofjes als paleizen, Traditie in beweging en Open en besloten. Met deze vier delen van de Hofjesreeks is de geschiedenis van het Nederlandse hofje nu voor het eerst geheel in kaart is gebracht.


Dick E.H. de Boer (1947) is emeritus hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van Groningen. Hij heeft gepubliceerd over tal van onderwerpen uit de Middeleeuwse geschiedenis, en hield zich als student in Leiden al bezig met de geschiedenis van de Leidse hofjes.

Gebonden, 144 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd ISBN: 978 90 70095 21 5
 

Cover_Traditie_.jpg

TRADITIE IN BEWEGING Nederlandse hofjes in de periode 1800-1940

Vibeke Kingma

In 1800 waren hofjes in Nederland de enige sociale woonvoorziening voor mensen met een kleine beurs. In 1940 kende Nederland een scala aan sociale woningbouwverenigingen. Hoe kwam deze verandering tot stand en welke rol speelden de hofjes daarin? Vormden de hofjes een aparte, uitstervende biotoop, zoals tijdgenoten soms dachten? Dit boek gaat over het zoeken naar evenwicht tussen oude tradities en nieuwe ideeën. Over hofjesstichters die ook wooncomplexen voor arbeiders bouwden. Over exploitatiehofjes, waarin de woonomstandigheden erbarmelijk waren. Over de toenemende steun voor de gedachte dat ook de armste huurder moest kunnen beschikken over licht, frisse lucht en schoon water, maar de moeilijkheden om dat toe te passen in eeuwenoude hofjes. Over de moeizame samenwerking tussen particulieren die de woningbouw wilden verbeteren en de overheid die maar langzaam in beweging kwam. En over nieuwe architectonische stijlen, die tot in de 20ste eeuw prachtige vormen van hofjesarchitectuur hebben opgeleverd.
De hofjestraditie kwam wel degelijk in beweging in de periode 1800-1940. Regenten pasten zich aan, maar verloren de waarde van oude tradities niet uit het oog. In 1940 was het hofje nog altijd een gewaardeerde woonvorm.

Vibeke Kingma (1973) is zelfstandig historicus, gespecialiseerd in de sociaal-economische geschiedenis van Nederland in de 19de en 20ste eeuw. Haar onderzoek resulteert in publicaties en lezingen voor uiteenlopende opdrachtgevers.

Gebonden, 112 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd. ISBN: 978 90 70095 20 8

Cover_Bevorderaars_.jpg

BEVORDERAARS VAN HET GOEDE Een kleine bestuursgeschiedenis van het Nederlandse hofje

Henk Looijesteijn

In deel drie van de Hofjesreeks staat de geschiedenis van het besturen van een hofje centraal en wordt antwoord gegeven op vragen als hoe hofjesbesturen werden vorm gegeven, wat voor mensen die bestuurders waren en hoe ze als bestuur te werk gingen, hoe zij met de bewoners om gingen en hoe zij hun hofje in stand hielden. Ook wordt ingegaan op wat er in de 20ste eeuw veranderde en wat er hetzelfde bleef en welke uitdagingen staan hofjesbestuurders te wachten staat in deze eeuw.

Net als in Hofjes als paleizen is ervoor gekozen deze bestuursgeschiedenis uit te werken aan de hand van een aantal voorbeelden. Dit keer zijn dat de Alkmaarse proveniershuizen bestuurd door de familie Foreest als voorbeeld van een ‘familiaal’ hofjesbestuur, en het Poptagasthuis te Marsum en het Rozenhofje te Amsterdam als voorbeelden van een ‘collegiaal’ hofjesbestuur. Wat geldt voor deze hofjes, geldt echter ook voor het Nederlandse hofje in het algemeen.

 

Gebonden, 112 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd. ISBN 978 90 70095 16 1

Cover_Open_en_besloten.jpg

OPEN EN BESLOTEN Het hofje is terug van nooit weggeweest
Dorine van Hoogstraten

Met een inleiding van Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam
 

Hoe willen mensen wonen als ze ouder worden? Die vraag wordt vaak gesteld nu het aloude bejaardenoord heeft afgedaan. Mensen worden ouder en zijn vaker vrijgezel. Dat vraagt om andere woningen dan het rijtjeshuis dat tot voor kort de standaard was. Er is behoefte aan woonvormen waar mensen hun zelfstandigheid en privacy kunnen behouden en zich toch geborgen voelen en onderdeel blijven uitmaken van een gemeenschap. Een plek waar je rustig op jezelf kunt zijn, maar waar je ook iemand kunt vinden om een praatje mee te maken als je daar zin in hebt. Het wonen op een hofje kan voor veel, vooral alleenstaande, ouderen heel aantrekkelijk zijn. Om de voor- en nadelen van deze woonvorm te onderzoeken, wordt in Open en besloten het fenomeen hofje vanuit verschillende invalshoeken belicht. Dan blijkt dat het hofje niet zozeer een relict is uit de 17de eeuw, zoals velen denken, maar dat veel hofjes nog altijd springlevend zijn. Ook in de laatste decennia zijn er nog op allerlei plekken hofjes gerealiseerd omdat de combinatie van openheid en beslotenheid, van privacy en betrokken gezelschap een aantrekkelijke formule bleek te zijn. Niet alleen voor ouderen, maar ook voor veel jongere alleenstaanden. Het hofje als historisch verankerde bouwvorm heeft toekomstwaarde. Inspiratie genoeg, zo blijkt uit dit boekje. Het hofje is weer helemaal terug – van eigenlijk nooit weggeweest.
 

Dorine van Hoogstraten (1971) is zelfstandig architectuurhistoricus en erfgoedspecialist. Zij doet onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Dat onderzoek resulteert in lezingen, publicaties en adviezen voor uiteenlopende opdrachtgevers.

 

Gebonden, 112 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd. ISBN: 978 90 7009 511 6

Cover_Hofjesalspaleizen.jpg

HOFJES ALS PALEIZEN  Stichters, bouwers en bewoners in de 17de en 18de eeuw
Henk Looijesteijn

Het Nederlandse hofje bloeide in de Gouden Eeuw. Vele rijke weldoeners spaarden kosten noch moeite om nieuwe hofjes voor ouderen te stichten. Sterbouwmeesters werden gevraagd voor het ontwerp, en met indrukwekkende voorgevels, kleurrijke wapenschilden en stichtelijke verzen boven de poorten werd de weldadigheid van de stichter benadrukt. Ware paleizen voor de armen, zo zei men. Wie stichtte deze hofjes en waarom? Welke architecten bouwden ze, en hoe deden ze dat? Wie mochten er in deze ‘paleizen’ wonen? Dat leest u in dit boek.

Henk Looijesteijn (1973) is gespecialiseerd in de geschiedenis van Nederland in de Gouden Eeuw. Hij studeerde geschiedenis in Amsterdam en behaalde zijn doctoraat aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Looijesteijn is honorary fellow van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam en docent geschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.

Gebonden, 112 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd. ISBN: 978 90 7009 513 0

bottom of page